Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Pilatus antwoordde: Ben ik [47]een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan? 47. Namelijk dat ik, gelijk de Joden, begerig zou zijn om te weten wat van den Koning of Messias is, dien de Joden verwachten.